Gele bloemen moeten het licht brengen

Tegen het eind van den zomer is het, alsof de natuur op een dood punt komt; er ligt een zekere vermoeidheid over alles. De boomen krijgen dof-donker blad, de bloemen worden stiller van kleur.

Op het land is het koren allang gemaaid en de schooven zijn binnen; de stoppelvelden hebben een vale, gelige tint en wachten om weer omgeploegd te worden. Dagen achtereen kan ook het weer grauw en kleurloos zijn. een grijze hemel, geen wind. geen regen, geen leven, er is een oogenblik van stilstand ... en dan komt het najaar!

Nauwelijks merkbaar glijdt er een verandering over de dingen, alles wil zich nog eenmaal uitleven voor de winter begint.

In den tuin is het een mengeling van kleuren, meest in zachte vervloeiende tinten, wel vol gloed maar zelden in harde contrasten.

Hooge gulden roede, die op mimosa lijkt en waartusschen de kleine zonnebloemen met haar donkere harten vroolijk oplichten. Heleniums zijn er in warm geel en diep donkerbruin, de tinten gaan haast onmerkbaar in elkaar over.

Er is nu veel geel in den tuin: als de zon aan felheid en kracht verliest, moeten gele bloemen het licht brengen. Maar één kleur moet ook niet te veel gaan overheerschen en er is nog zoon rijkdom van andere bloemen. Herfstasters bloeien nu in al haar verscheidenheid, een stralenkrans van paarse bloemblaadjes rondom een geel hart, paars en lila. maar ook zachtrose. Er zijn heel kleine crème sterretjes aan lange sierlijk gebogen takken en zware krachtige struiken die bijna twee meter hoog worden, heel donker paars, wit, rose, blauw of helder karmijnrood. Als de bloei van al deze planten zijn hoogtepunt heeft bereikt dan beginnen nog de herfstchrysanten, de kleinbloemige soorten die buiten overwinteren. Het zijn meest echte herfstkleuren, bruin, goudgeel, brons, fluweelig donkerrood en oudrose. alle tinten die ook de verkleurende bladen in den herfst aannemen. Witte herfstanemonen staan er roerloos tusschen.

Gele en bruine Heleniums, zonnebloemen en gulden roede, bruine en bronskleurige chrysanten, blauwe en paarse Asters planten we bijeen. Is de tuin groot genoeg dan liefst in een groote groep in een aparten najaarsborder met verkleurende heesters in den achtergrond. Alle rose, karmijnkleurige en witte bloemen kunnen samen met lila ook weer een geheel vormen, maar nooit mogen beide kleurgroepen dooreen gebruikt. Al is de bloeitijd van een dergelijken border betrekkelijk kort, het effect is zoo bijzonder, dat het de moeite waard is hiervoor een hoekje van den tuin vrij te laten. Terwijl overal een teruggang is, de bloemen over 't meerendeel al in 't zaad staan, alleen hier en daar nog een tweede bloei is, een enkele late Delphinium nog wat kleur brengt, moet in den najaarsborder alles nog beginnen, is hier nog een plek vol van belofte. Ook het weer bepaalt mede het bijzondere karakter van dit jaargetijde. Het gelijkmatige Augustusweer slaat plotseling om, er komen nu uitersten van koude, gure, stormachtige dagen met jagende zware wolken die gevolgd worden door roerlooze stille, zonnige uren. De zon staat al lager, het licht lijkt gezeefd, het is alsof de zon de aarde al niet heelemaal meer bereikt. Alle diepe gloeiende kleuren worden getemperd in dit licht. Alleen de vuurpijl staat apart. In de zonnige stilte of in de grijze herfstnevels schiet de oranjebloem op haar sterken stengel omhoog, als 't ware recht den hemel in.

MIEN RUYS
De Telegraaf van zondag 18 september 1938