Watertuin (1954)

De Watertuin was de eerste proeftuin die was bedoeld voor een kleine tuin. Op een relatief klein oppervlak groeit een gevarieerde beplanting. De Watertuin is sinds 2004 één van de drie Rijksmonumenten, samen met de Oude proeftuin en de Verwilderingstuin.

Vormgeving en beplanting

Na de Tweede Wereldoorlog was er veel veranderd. De tuinen werden kleiner en het onderhoud werd niet meer uitbesteed aan personeel. Het ontwerpen van tuinen werd daarmee ook anders. Minder onderhoud werd een belangrijk uitgangspunt. Grote, arbeidsintensieve borders pasten hier niet meer in. Mien Ruys wilde experimenteren met deze gegevens om tot nieuwe ideeën te komen.

Aan het einde van de Oude proeftuin kwam een bruggetje over de inmiddels droogstaande sloot van de kwekerij. Zo ontstond er aan de overkant ruimte voor een nieuw experiment. Mien Ruys maakte een op zichzelf staande voorbeeldtuin met een zitplek en een vijver. Geen gras, omdat dit veel onderhoud vraagt. De indeling wordt bepaald door de tegelbestrating waarin plantvakken zijn uitgespaard. Tussen de tegels liggen brede voegen waar mos in groeit.

Ook het bestratingsmateriaal was een experiment. Na de oorlog was er een schaarste aan klinkers en natuursteen. Beton werd veel toegepast als bouwmateriaal, maar vond men voor de tuin minder geschikt. Mien Ruys vond dat beton mooier werd naarmate het meer was uitgesleten en het grind zichtbaar werd. Dit bracht haar op het idee om tegels te maken met een bovenlaag van grind. Een betonfabrikant zag hier wel wat in en de eerste resultaten liggen in deze tuin. Het idee voor de Griontegel, een combinatie van grind en beton, was ontstaan. Deze tegel van 40 bij 60 centimeter was de voorloper van de gewassen grindtegel, die vanaf de jaren zeventig veelvuldig is toegepast.

In de droogstaande sloot werd een 60 centimeter diepe vijver in een L-vorm gemaakt die eindigt onder de brug. Aan de andere kant lijkt de vijver onder het tegelpad door te lopen, in werkelijkheid zijn het twee verschillende betonnen vijverbakken. De leeuwenkop in de wand van de kleine vijver geeft een subtiele waterstraal die een net hoorbaar geluid van vallend water geeft. De vijver benadrukt de breedte van de tuin en verbindt het lage natte gedeelte met het hoge droge deel.

Naast een proef met vormgeving en materialen is deze tuin ook bedoeld voor experimenten met beplanting. Natuurstenen muurtjes zorgen voor kering van een hoger gelegen deel waar droogteminnende planten kunnen groeien. Door toepassing van zowel water als hoogteverschillen ontstaan verschillende groeiomstandigheden voor een gevarieerde beplanting. Van natte plekken voor water- en moerasplanten tot droge plekken voor rotsbeplanting. Er is vooral gekozen voor lage of stevige beplanting die niet hoeft te worden opgebonden. Groenblijvende heesters zorgen voor structuur in de winter.

De tuin wordt aan drie zijden omsloten door een dichte taxushaag.  Aan de kant van de Bank bij waterbol zorgen vooral groenblijvende heesters voor afscherming. Oorspronkelijk stond er een haag van Chamaecyparis lawsoniana ‘Triomf van Boskoop’. Na zo’n vijftig jaar was de haag uitgegroeid tot een metershoge groene muur.  De hoogte was niet meer in verhouding met de tuin en het snoeien werd een levensgevaarlijke klus. Met de renovatie van de Watertuin in 2002 werd de haag gerooid. Een nieuwe werd geplant, maar ging al snel weer dood. Besloten werd om de grond eerst wat rust te geven. Een hekwerk met doek werd als tijdelijke oplossing neergezet. Na een tijdje werd opnieuw een Chamaecyparis lawsoniana ‘Triomf van Boskoop’ aangeplant maar ook die bezweek. Een andere variëteit werd geprobeerd, de Chamaecyparis lawsoniana ‘Alumii’  maar ook dat was geen succes. Na grondonderzoek van de Wageningen Universiteit bleek er Phytophtera in de grond aanwezig te zijn. In 2009 is er definitief voor een andere conifeer gekozen, de Taxus baccata.  Deze is goed aangeslagen en vormt inmiddels alweer een dichte groene wand.

Een oude treurberk uit de beginperiode van de kwekerij is lange tijd beeldbepalend geweest in de Watertuin.  In 2009 is deze bezweken. Een nieuwe werd geplant, maar om hetzelfde effect te bereiken is nog wat tijd nodig.

Geschiedenis

De vormgeving van de Watertuin is in de loop der jaren niet aangepast. Het wegvallen van de treurberk en het vervangen van de Chamaecyparis voor de taxushaag heeft het beeld van de tuin wel veranderd. Doordat men in de tuinen nu eenmaal te maken heeft met levend materiaal is dit niet altijd te voorkomen. In 2002 is de Watertuin gerenoveerd. Voor deze gelegenheid werd een aantal nieuwe Griontegels in eigen beheer gemaakt.