Gele tuin (1982)

De Gele tuin uit 1982 bestaat uit een cirkel van gras met daaromheen een pad van enkele rijen gele klinkertjes. De tuin wordt aan de ene kant begrensd door de palissade van de Moerastuin, aan de andere zijde door een gebogen larikshaag. Daartussen een beplanting in gele tinten.

Vormgeving en beplanting

De bestaande gebogen larikshaag en de pergola bij de huidige Aanwinstentuin vormden de basis voor de Gele tuin. De larikshaag was een overblijfsel van het eerdere experiment met hagen en rozen op het middenterrein. Zowel de haag als de pergola waren willekeurig en hadden geen verband met de omgeving. Door in de ronding van de haag en het verlengde van de pergola een cirkel te leggen, werden beide elementen met elkaar verbonden. De cirkel wordt geaccentueerd door een smalle strook bestrating van gele klinkertjes. De larikshaag vormt de achtergrond van de border, waarbij de willekeurige kromming ervoor zorgt dat de border niet overal even breed is. De grascirkel ligt iets hol, slechts een gering hoogteverschil van zo’n 10 centimeter. Dit geeft echter wel het effect van een eigen, besloten plek. Mien Ruys noemde dit haar ‘magische cirkel’.  Vanaf de cirkel loopt een zichtlijn door de pergola richting de Aanwinstentuin.

De beplanting bestaat uit planten in alle verschillende tinten geel; van lichtcrème naar donkergeel en oranje. Door te kiezen voor één kleur word je gedwongen ook minder bekende soorten toe te passen en worden niet alleen bloei, maar ook bladvorm, -structuur en –textuur belangrijk. De ronde kroon van de meerstammige Prunus serrulata ‘Ukon’ sluit goed aan bij de ronde vormen van de tuin en geeft extra diepte aan de zichtlijn.

Geschiedenis

De Gele tuin is gebaseerd op de overblijfselen van het eerdere experiment ‘Bellen blazen’, met ronde rozenperken en gebogen larikshagen.  Na het opruimen van de rozen is de haag  blijven staan en gebruikt als basis voor de Gele tuin.