Moerastuin (1990)

De Moerastuin is één van de laatste tuinen die door Mien Ruys is ontworpen. De tuin ligt tegen de noordgrens van de Tuinen en bestaat uit een grote natuurlijke vijver en vlonders in strakke, geometrische vormen van gerecycled plastic. Bijzonder is dat de vierkante vorm waar Mien Ruys haar eerste ontwerp mee begon in de Verwilderingstuin, weer terug te vinden is in één van haar laatste tuinen, zo’n 65 jaar later.

Vormgeving en beplanting

De Moerastuin is ontstaan vanuit een experiment met materialen. Rond 1990 kwam gerecycled plastic op de markt. Afvalplastic wordt vermalen en gesmolten, waarna het in mallen tot allerlei verschillende vormen kan worden geperst. Het resultaat is een duurzaam product dat ook nog eens door de neutrale kleur goed toepasbaar is in de tuin. De geproduceerde tuinbanken en picknicktafels waren wat grof vormgegeven. Mien Ruys wilde graag de uitdaging aangaan om hiermee te experimenteren in een vormgeving die wel mooi was. Omdat zij niet tevreden was met de vorm van de vijver die in de Moerastuin aanwezig was, lag een experiment op deze plek voor de hand. De beplanting van de tuin was natuurlijk, wat vroeg om een duidelijke vorm. De vrij hoge grondwaterstand maakte een natuurlijke vijver mogelijk. Er werd een rechthoekige vijver gegraven en vlonders aangelegd van het gerecyclede plastic. De vierkante vlonders doorkruisen de vijver, de langwerpige vlonder loopt erlangs. De tuin is hiermee niet alleen vanaf de kant te beleven maar ook vanaf het water. Door de duidelijke, strakke vormgeving van de vlonders ontstaat een boeiend contrast met de losse, natuurlijke beplanting. Het gerecyclede plastic blijkt goed bestand tegen vorst, hitte, droogte en regen. Er groeit geen alg op het plastic, waardoor het minder glad wordt dan hout. Het nadeel is dat het plastic minder sterk is dan hout, krimpt bij kou en uitzet bij warmte. In de constructie is hier rekening mee gehouden, onder andere door veel ondersteuningspunten voor voldoende stevigheid. Dit levert een vrij grove constructie op, maar doordat dit gedeelte onder water staat, is hier niets van te zien.

Bij de aanleg van de Moerastuin is op de grens met de Gele tuin een palissade van vierkante palen geplaatst, eveneens van gerecycled plastic.  Het materiaal bleek niet voldoende stevig om lange palen van te maken. Na verloop van tijd trokken ze krom en werden vervangen door houten palen. Toen in 2007 de houten palen verrot waren, werd opnieuw geïnformeerd bij de fabrikant van het gerecycled plastic. De kwaliteit van het materiaal bleek te zijn verbeterd, waardoor het mogelijk werd om opnieuw een palissade van gerecycled plastic neer te zetten. De palen blijven tot op heden goed recht.

De dubbele haag van veldesdoorn, Acer campestre is de grens met het Dakterras aan de zuidkant. Aan de noordkant vormen heesters en de oude Salix alba een groene wand. De Moerastuin kent veel verschillende doorkijkjes en zichtlijnen naar andere delen van de Tuinen, zoals naar de Gele tuin en over de Wiek naar de Nieuwe proeftuin.

De beplanting van de Moerastuin bestaat vooral uit water-, oever-, en moerasplanten en mag tot op zekere hoogte verwilderen. De tuin vraagt weinig onderhoud. Af en toe wordt ingegrepen om het dichtgroeien van de vijver te voorkomen.

In publicaties van derden over Tuinen Mien Ruys komen foto’s van de Moerastuin verrassend vaak voor.  

Geschiedenis

Ook vóór 1990 was hier een tuin met als basis een niervormige voorgevormde vijver. Mien Ruys was door een fabrikant gevraagd om vijvers te ontwerpen in een beweeglijke lijn. Zij vond dat ‘een moeilijke opgave’. Eén daarvan heeft ze toegepast in de Moerastuin, maar zoals zij dat zelf omschreef ‘de ongemotiveerde vorm bleef een vreemd element’. Door de vijver te laten zakken en ook de omgeving te verlagen, ontstond een moeras met wisselende waterstand door regenval vanuit de hoger gelegen delen. Dit was een nieuwe kans om proeven te nemen met planten voor verschillende omstandigheden. Het geheel leidde tot een uit de hand gelopen verwildering door menging van inheemse soorten en exoten. Volgens Mien Ruys had dit te maken met het gebrek aan vorm in het moeras. Dit in tegenstelling tot de Verwilderingstuin, waar menging van beide soorten geen bezwaar was door de aanwezigheid van een duidelijke vorm. Toen de kans zich voordeed om te gaan experimenteren met materialen gerecycled plastic, heeft zij dit aangegrepen om de vormgeving te veranderen.