Kennishuis - Geschreven tekst

In de begin jaren vijftig zocht Mien Ruys naar een geschikte locatie in de Tuinen om in de zomermaanden te kunnen verblijven. Een voormalige varkensschuur op het terrein leek het meest in aanmerking komende gebouwtje.

Ben Merkelbach, vriend, architect en oprichter van de architectenvereniging ‘8’ maakte de schuur tot een bewoonbaar zomerverblijf voor Mien Ruys. Zo werden er dubbele tuindeuren geplaatst en werd het plafond gedeeltelijk verhoogd. Het zomerverblijfje kreeg de naam Wiekend. Het huisje was het laatste gebouwtje gelegen aan de wiek (sloot)!

Samen met haar man Theo Moussault verbleef Mien Ruys regelmatig in Wiekend om er te werken en de Tuinen te begeleiden. De laatste jaren van haar leven woonde ze er permanent en is er in 1999 overleden.

In de oostelijk muur zit het glas-in-loodraam met vis van Thé Lau. Thé Lau, bevriend met Theo Moussault , was een Nederlands kunstschilder die wordt gerekend tot de Bergense School . Ook maakte hij litho's, glas-in-loodramen en ontwierp hij juwelen. De achterkleinzoon van Bonne Ruys, Bonne Reijn, erfde het kunstwerkje en hij schonk het aan de Stichting Mien Ruys zodat het op de oorspronkelijk plaats kon blijven.

Ook na de ingreep van Ben Merkelbach in de jaren vijftig behield Wiekend de kenmerken van een schuur, onder ander door de vele stalraampjes en het golfplaten dak. Na aanleiding van de slechter wordende staat van Wiekend zijn in 2012 plannen gemaakt om het huisje te kunnen behouden. Architect Henk Hamhuis bedacht het geweldige idee om het dak op te tillen en de ontstane tussenruimte met glas te vullen waardoor er veel licht en ruimte ontstaat. Met deze ingreep zijn aan de buitenzijde de oude elementen bewaard gebleven.

Het interieur werd geheel leeg gemaakt en met het terugbrengen van de blauwe houten vloer en het aanbrengen van een ‘golfje’ plafond is de suggestie van de oude woonwerkkamer van Mien Ruys versterkt. De houtkachel en de oude ladenkast is ook een verwijzing naar de oude situatie.

Het enige binnenkozijn aan de zuidzijde in Wiekend is het bewaarde kozijn van de oude kamerdeur met de groeilijnen van de nichtjes en neefjes van Mien Ruys. Zij kwamen regelmatig bij Mien Ruys op bezoek en bij die gelegenheden werd hun lengte gemeten en genoteerd.

De stoelen in Wiekend zijn de rood-blauwe stoel, een ontwerp uit 1918 van Gerrit Rietveld en de Berlijnse stoel, een ontwerp uit 1923 eveneens van Gerrit Rietveld. De keuze voor deze stoelen heeft te maken met de jarenlange samenwerking van Mien Ruys met Gerrit Rieveld. De bureaustoelen zijn de ‘Grand Prix’, een ontwerp uit 1957 van Arne Jacobsen die net als Mien Ruys in de functionalistische traditie ontwierp.

De tekening van de Tuinen is gemaakt door Henk Gerritsen. De tekening is gemaakt in opdracht van het Buro Mien Ruys als geschenk voor de vijf en zeventigste verjaardag van Mien Ruys. Henk Gerritsen was de eigenaar van de Priona Tuinen in Schuinesloot.