Uit het familiealbum van de Euonymus of kardinaalshoed

De meeste soorten van het geslacht Euonymus komen voor in China, Korea en Japan. In ons land kennen we één soort in het wild: europaeus.

De naam kardinaalshoed slaat op de vorm van de vrucht, maar bij vele is er op het eerste ge­zicht niet zo erg veel dat aan de be­kende kardinaalshoed doet denken. Het is dan ook het beste een duidelijke onderverdeling te maken:

  • de hier in Europa in het wild voorkomende soort met zijn variëteiten
  • alatus, heel anders van groei
  • een serie groenblijvende bo­dembedekkers

Laten we beginnen met de bekende europaeus. Deze wordt tot onge­veer 2 a 3 meter hoog, heeft groen blad en krijgt in het najaar prachti­ge rose vruchten met oranje zaden. Enige schaduw is geen bezwaar, evenmin als arme grond. We zien hem soms tot in de duinen, waar hij de zeewind verdraagt. Hij heeft één groot bezwaar: hij wordt vaak aangetast door rupsen. De variëteit 'Red Cascade’ is daar niet gevoelig voor en verdient daarom de voor­keur.

Wel is het een feit dat ongedierte planten meestal aanvalt als de omstandigheden slecht zijn: verkeerde grondsoort, ongunstig klimaat, terwijl ook de ene varië­teit gevoeliger is dan de andere. Houden we daar rekening mee, dan hebben we zelden problemen.

Bijzonder aanbevelingswaardig is planipes, ijl opgroeiend, vroeg uit­lopend en ook al vroeg vruchten dragend, donkerrood met oranje­rode zaden. Tegelijkertijd trekt al in augustus het prachtig rood ver­kleurende blad de aandacht, tussen dansen dan vrolijk bengelend de kardinaalshoedjes. Er is veel onenigheid over de naam; nu eens heet hij sachalinensis en dan weer planipes. Lastig!

Alatus vormt lagere struiken, groeit compacter en maakt langs de tak­ken bruine kurklijsten. De bladen zijn groen, in de herfst prachtig rood verkleurend. Geen opvallen­de bloemen of vruchten maar die missen we nauwelijks omdat de kurklijsten zo boeiend zijn. De struik verdient een plaats in de tuin om, ais die kurklijsten uitlo­pen, een tak naar binnen te halen.

De grote serie onder de naam fortunei doet weinig aan kardinaals­hoeden denken. Het heeft niet veel zin alle soorten en variëteiten te noemen want dat werkt maar verwarrend. Eén van de beste is ’Coloratus'. Deze groeit in de breedte met omhooggaande en gedeeltelijk liggende takken en is daardoor le­vendig en uitstekend geschikt als bodembedekker. De bladen zijn donkergroen, in herfst en winter bruin-rood verkleurend. Deze va­riëteit groeit ook op arme grond, op hellingen en zelfs onder berken, mits de grond daar niet te uitgeput is.

Het kan een vervanger zijn voor de kruipende Cotoneaster nu deze in vele streken verboden is door zijn gevoeligheid voor het perevuur. De Darthuizer Boomkweke­rij biedt nog talloze bijzondere eigen selecties aan, zoals ’Dart's Blanket’ met maar liefst 3 sterren, maar daarmee heb ik zelf geen er­varing.