In het vochtige oeverland langs de Overijsselse Vecht komt de Veronica longifolia in het wild voor. Hij wordt 60-100 cm hoog, is zuiver blauw en bloeit van juni tot augustus. In 1956 introduceerde Karl Förster een tuinvariëteit: Veronica longifolia Blauriesin. Deze is steviger van bouw dan de wilde soort, iets compacter en lager en heeft iets donkerder blauwe bloemen. Een onmisbare plant mede door de lange bloei en de gezonde groei.
Er is een enorme variatie in deze vasteplantenfamilie. De bloeitijd loopt van maart tot september, de hoogte van kruipend tot bijna 2 meter. Alleen in de kleur is weinig variatie, hoofdzakelijk is het wit, rose en alle nuances van blauw. Over het algemeen verlangen de planten wat vochthoudende grond en als we die niet kunnen bieden is goed bemeste humusrijke grond gewenst.
Om het gebruik in de tuin te bepalen kunnen we ze indelen in groepen. We beginnen dan met de vroegbloeiende kruipende soorten. In ons land ook in het wild voorkomend is Veronica chamaedrys of Gewone Ereprijs, een kruipende soort geschikt voor verwildering. Opvallender is de Draad-ereprijs of Veronica filiformis, een rotsplant uit de Kaukasus, weliswaar een geweldige woekeraar die zelfs gazons kan doen verstikken, maar geen ramp want na verloop van tijd verdwijnt hij of verplaatst zich. In een gazon in maart-april kan het de indruk wekken dat de hemel naar beneden is gevallen met meibloempjes als sterren! In een keurig gazonnetje hoort zo’n wildebras niet thuis.
Dan volgt een groep die 20 a 30 cm hoog wordt, wat rommelig van groei is met prachtige helderblauwe bloemen, in een periode dat er in de tuin wat weinig kleur is. Het zijn de Veronica teucrium-soorten: Royal Blue 30 cm gentiaanblauw, True Blue iets donkerder blauw en Shirley Blue, iets lager en zuiver blauw. Het onderlinge verschil is gering. Het is aan te raden direct na de bloei de plant terug te knippen waarna hij opnieuw uitloopt en nette groene bosjes vormt, geschikt in de voorgrond van een border.
Van een andere, op zichzelf staande, groei - een rozet op de grond met opgaande bloemstengels, 30 a 40 cm hoog, en tere lichtblauwe bloemen - is gentianoides. Kort bloeiend in juni maar heel charmant.
Veronica incana is wit-viltig; 30-40 cm hoge aren vormend met donkerblauwe bloemen van juli tot augustus-september. De grijze beharing verwijst naar wat drogere grond. Als geheel minder interessant. Er zijn nog een groot aantal variëteiten, maar het heeft geen zin ze alle toe te willen passen. Beter is het je te beperken tot de paar beste. Een absolute topper is de eerder genoemde longifolia Blauriesin. Sterk afwijkend van alle genoemde soorten is Veronica virginica. Vrij kale stengels schieten recht omhoog tot 120-200 cm eindigend in een smalle lange tros. Hij vraagt wel om een eigen plaats, waar hij dan alle aandacht tot zich trekt. Opwindend! Op een hoek van een border als eindpunt of in een hei-tuin van juli tot september bloeiend, een indrukwekkende plant. Hij bestaat in lichtblauw en wat vaal-rose maar veruit de mooiste is virginica Alba. Opbinden is onvermijdelijk. Grof bekeken delen we dus de Ereprijs in 4 groepen in:
- vroegbloeiend, kruipend, verwilderend: chamaedrys en filiformis.
- vóórzomer kort bloeiend, laag, intens blauw voor de voorgrond van een border: teucrium Shirley Blue, Royal Blue, True Blue.
- hoogzomer gemiddelde hoogte, donkerblauw: longifolia Blauriesin en incana.
- laatbloeiend hoog en machtig: virginica met variëteiten.
Alle geven ze de voorkeur aan iets vochthoudende grond. Vooral op klei groeien ze uitbundig.