Uit het familiealbum van de Symphoricarpos

De Symphoricarpos is lid van de familie van de kamperfoelie-achtigen, waartoe o.a. ook vlier, weigelia en Gelderse roos behoren. Hij wordt van oudsher beschouwd als een wat saaie oninteressante struik, die dan ook weinig wordt toegepast. Dit is echter niet terecht want goed geplaatst kan hij wel degelijk grote waarde hebben, vooral sinds er in de loop der jaren nieuwe variëteiten zijn bijgekomen.

In de "Nederlandse Dendrologie” van Dr. Boom krijgt deze heester de Nederlandse naam ”St. Pieterstruik”. Vreemd voor een heester die nu niet bepaald aan de St. Pieter doet denken Het is een bladverliezende ronde, ongeveer anderhalve meter hoge struik met overhangende takken en kleine blaadjes. In de voorzomer bloeit hij met onopvallende rose bloemen, in het najaar gevolgd door 1 cm grote witte bessen, die er soms tot in het voorjaar aan blijven zitten. Dit is de albus var. laevigatus die in Canada en in de Verenigde Staten voorkomt als onderbegroeiing op kalkrijke plaatsen. Een iets afwijkende vorm is de rivularis die dan opeens de bekende Nederlandse naam sneeuwbes blijkt te bezitten.

Het grote voordeel van de sneeuwbes is dat hij weinig eisen stelt aan de grond. Van behoefte aan kalk heb ik nooit iets gemerkt; hij redt het kennelijk ook zonder. Hoofdzaak is dat hij nog in diepe schaduw bloeit en bes draagt, zelfs onder niet te zware bomen; hij is dus te combineren met zijn familielid de wilde kamperfoelie, Lonicera periclymenum. Op een plaats waar weinig groeit, in een donkere stadstuin ontstaat dan maanden lang een lichtgevende plek.

Sterker van groei en wat lager blijvend zijn de variëteiten Mother of Pearl en Magic Berry. De eerste heeft een massa prachtige doorschijnende rose bessen, zoals de naam aangeeft en de tweede krijgt iets kleinere en donkerder vruchten. Beide de moeite waard om in een forse groep te planten daar waar overigens door een moeilijke ligging niet veel kleur te verwachten valt.

Willen we een haag dan is Symphoricarpos chenaultii zeer bruikbaar als lage, wat natuurlijk groeiende afscheiding. Hij kan ruim een meter breed worden, krijgt nauwelijks bessen maar heeft een mooie groei en fijn blad. Het snoeien bestaat voornamelijk uit wat fatsoeneren.

Voortreffelijk als haag is verder de variëteit White Hedge met grijs-groen blad en een rechtopgaande groei. Heel anders is Symphoricarpos Hancock, hangend of kruipend wat je wil. Hij kan als bodembedekker hele oppervlakten vullen, zelfs onder niet te zware bomen, maar ook kan hij langs een muurtje omlaag vallen of een lelijke stob aan het oog onttrekken.

Het lijkt nu wel of deze soorten alleen maar dienen als cachemisère, maar dat is niet zo. Ze zijn het ook waard ze een gunstiger plaats te geven waar ze dan om hum zelfs wil tot hun recht kunnen komen.