Wonen in de bebouwde omgeving

Of we nu een tuin hebben aan het water, in een bosrijke streek, grenzend aan de duinen of tussen huizen, altijd zullen we moeten kiezen tussen twee uitgangspunten: afsluiten van het aangrenzende terrein of zoeken naar in elkaar overgaan van tuin en omgeving.

Kijken over de grenzen

Die keus zal worden bepaald door de aard van de bewoners maar ook voor een groot deel door de situatie. Hoe geslotener de bebouwing, hoe beperkter de mogelijk­heden en of we willen of niet we zullen toch rekening moeten houden met de omwonenden. Burenruzies zijn nooit gezellig en daarom is het aan te raden bij de beplanting van de tuin tevóren samen overleg te plegen. Bij rijtjes-huizen is het prettig als de terrasjes niet vlak tegen elkaar aan komen te liggen met alleen een glasscherm tussen beide, als we niet net door boom of grote struik aan de naast­gelegen border de zon wegnemen. Is een heg als afscheiding gewenst dan spaart het ruimte als die samen wordt aan­geschaft en niet ieder op zijn terrein een maskerende beplanting zet

Soms lukt het om het rekening houden met de omwonenden zover uit te breiden dat er een soort van gemeen­schappelijke tuin ontstaat waarbij de bebouwde dwingende rechte hagen op de afscheiding worden vervangen door een luchtiger, bewegelijke beplanting waardoor elke tuin op zich veel groter lijkt. Dit kan als regel alleen als eenzelfde soort gezinnen de tuinen bevolkt. Honden maken zo'n illusie van eenheid soms onmogelijk. Ook gewijzigde samenstelling van een gezin, spelende kleine kinderen die geen verschil zien tussen mijn en dijn vormen opeens problemen. Toch hoeft het niet zo moeilijk te zijn daarvoor dan een tijdelijke oplossing te vinden.

Zo’n samenspel van meerdere bewoners is gemakkelijker uit te voeren wat betreft de voor- dan de achtertuinen. De voor­tuintjes zijn toch al min of meer openbaar. Ramen van bovenburen die op de tuin uitkijken kunnen bijzonder hinderlijk zijn. Wat doen we tegen gluurders? Al naar gelang waar de onvrijheid het storends is kan een pergola worden aangebracht, begroeid met klimplanten. Zo ontstaat een soort levende vitrage.

Een andere mogelijkheid je vrij te voelen is te bereiken door een heg op poten in de vorm van lei-linden, platanen of goud- elzen. Hoe hoog, hoe zwaar we die laten groeien hebben we zelf via snoeien in de hand. Wel moeten we bedenken dat waar al muren van huizen rondom staan, die toevoegingen extra schaduw veroorzaken. Oorspronkelijk had een dorp een heel ander karakter dan de stad. Door de uitbreidingen, de vele nieuwe buiten­wijken wordt dat verschil steeds kleiner. Daarentegen is de open ruimte tussen de gebouwen groter geworden. Kijk maar naar Lelystad. Er zijn in die nieuwe woonwijken vaak erfgrenzen aangegeven met daarbuiten forse groenstroken die toebehoren aan de gemeente. Het is dan niet altijd nodig langs die eigen grens een afsluitende beplanting of een hekwerk aan te brengen.

Juist waar meer openbaar groen is kan de grens worden verdoezeld, eigen groen ongemerkt overgaan in gemeentegroen. De tuin lijkt dan plotseling vele maten groter: het open gemeenteterrein hoort erbij!