Onze Eigen Tuin - Winter 2014

Monnikskap dankt zijn naam aan de helmvormige bloemen die aan kappen van monniken doen denken. Alle delen van de plant zijn zeer giftig, van de knol tot de meeldraden. Desondanks bevat het geslacht Aconitum vele zeer bruikbare tuinplanten.

Aconitum is een geslacht van knolvormende vaste planten, dat behoort tot de ranonkelfamilie of Ranunculaceae. Verspreid over het hele noordelijk halfrond zijn 300-400 soorten bekend, waaronder een aantal soorten die vanaf juni tot diep in de herfst bloeien. De meest voorkomende bloemkleur is blauw, daarnaast komen ook witte, zachtgele en een enkele roze variëteit voor. Monnikskap geeft de voorkeur aan een schaduwrijke plaats, maar als de grond voldoende vochthoudend is kunnen ze ook heel goed zonniger staan.

In de grote border van de Oude Proeftuin in de Tuinen staat een zomerbloeiende soort, Aconitum henryi, naast een van de laatst bloeiende soorten: Aconitum carrnichaelii 'Arendsii'. A. henryi bloeit vanaf eind juli met een wolk diepblauwe bloemen aan vertakte stengels. De hoogte is ruim 160 cm en het is raadzaam de stengels op tijd, voor de bloei, te steunen. De talrijke bloemkapjes raken gemakkelijk verstrikt in de nabij groeiende planten en het is bijna onmogelijk ze dan, zonder te beschadigen, van elkaar te scheiden.

De bloei duurt ongeveer 6 weken en vanaf half september neemt Aconitum carrnichaelii 'Arendsii' tot aan de eerste nachtvorst in november de bloei op deze plaats over.  Voorafgaande aan de bloei van de monnikskappen zorgen riddersporen met hun soortgelijke groei- en bloeiwijze voor het blauwe accent in deze grote border. De diepblauwe bloemen van Aconitum henryi zijn goed te combineren met de bruinrode Helenium 'Moerheim Beauty', het geel van Achillea filipendula 'Parker's Variety' en de kogelronde bloeiwijze van Echinops bannaticus 'Taplow Blue'. Dit zijn stuk voor stuk bijzonder sterke planten die nog steeds uitstekend toegepast kunnen worden. Om de planten gezond te houden is het goed de Aconitumknollen om de paar jaar in de herfst op te graven en de vitaalste met enige tussenruimte terug te planten. Dit zal de bloei het volgend seizoen ten goede komen.

In het voorjaar, meestal in mei, worden de bloemknoppen soms belaagd door de bastaardrupsen van de bladwesp, Pristophora alnivora, die de bloemen in aanleg helemaal kunnen opvreten. Een spinselachtige prop aan het uiteinde van de stengel verraadt de aanwezigheid van deze rupsen. Het is een van de meest voorkomende plagen bij de zomerbloeiende monnikskappen die vrij eenvoudig te bestrijden is door de bloemknoppen gedurende een a twee weken elke dag even te controleren en, zodra er proppen te zien zijn, die open te maken en de rupsjes te verwijderen. In langdurig droge perioden kan zwarte luis optreden. Dit is te voorkomen door de planten op tijd extra water te geven.

In Midden-Europa komt Aconitum napellus van nature voor maar is bij ons al heel lang bekend als een goede borderplant. De bloei valt in de periode juni-juli en daarmee is A. napellus de vroegst bloeiende Aconitumsoort. De bloemen vormen een pluim aan het eind van een stevige stengel. Na de bloei sterft de plant bovengronds vrij snel af. Om de zwart verkleurende planten te camoufleren is het aan te bevelen er een later bloeiende groep voor te zetten. In de kleine Border bij het Kennishuis is daarom voor A. napellus de laatbloeiende Aconitum carrnichaelii 'Arendsii' geplant. In de Zonneborders staat naast Artemisia lactifora 'Guizhou' de staalblauwe variëteit Aconitum napellus 'Stainless Steel'. Deze variëteit is iets meer vertakt dan de soort.

In de Aanwinstentuin is een van de vakken beplant met de variëteit Aconitum napellus 'Kleiner Ritter' die, zoals de naam al doet vermoeden, niet hoog wordt, ongeveer 70 cm. De bloeitijd is juni-juli. Samen met Nepeta faassenii 'Six Hills Giant' vormt 'Kleiner Ritter' een sterk koppel voor een kleine border in de zon. Gecombineerd met de purperroze Geranium ‘Anne Thomson' is een langdurige bloei gegarandeerd.

Aconitum lamarckii staat het liefst op een schaduwrijke plaats waar deze zachtgeel bloeiende monnikskap prachtig oplicht. De bloeitijd is juli – augustus en de hoogte ongeveer 125 cm. De bloemstelen zijn vertakt en vragen gedurende de bloei enige steun. Op een zonniger plaats in de border gedijt deze monnikskap ook uitstekend, mits de bodem voldoende vochthoudend is.