De kruidentuin ligt naast een droge sloot, die geheel begroeid is met groot hoefblad. De grote groene bladeren worden in vroege voorjaar voorafgegaan door een bloeiwijze van stoere witte kaarsen. Het grote oppervlak van blad vormt een prachtig contrast met de veelheid aan vormen en bladstructuren van de kruidentuin. In de herfst verandert dit groene dal in een adembenemend beeld van kantachtig blad in allerlei verstorven tinten. Vanaf het terras bij het theehuis heb je hier een prachtig uitzicht op. Deze Petasites hybridus verlangt een vochtige standplaats en kan daar in korte tijd grote oppervlaktes innemen: een echte woekeraar dus. Bij felle zon lijken de grote bladeren op het heetst van de dag wel eens op ingeklapte parasols, maar in de koelte van de namiddag gaan de parasols weer prachtig open.
Phlomis russeliana is een karakteristieke plant met een duidelijk opgaande groeiwijze. Zachtgele bloemen staan in de maanden juni en juli in bolvormige kransen langs de stengels. De bodem is bedekt met grijsgroen blad dat meestal de winter doorstaat. Na de bloei verkleuren de restanten van de bloemen aan de stengels van groen naar bruin. Wie denkt dat deze bruine bolletjes detoneren bij het grijsgroene blad van de Hosta sielboldiana ‘Frances Williams’ ernaast, moet toch echt eens in de nazomer in de Gele Tuin komen kijken. Het restant van de zomerbloei kan gemakkelijk concurreren met de eerdere bloemenpracht. In de maanden daarna trotseert Phlomis alle weertypen en blijft tot het volgend voorjaar fier rechtop staan.
Tussen de Aanwinstentuin en de Daktuin staat een meidoorn in een rechthoekig grindvlak. In een kleine tuin kan deze Crataegus persimilis ‘Splendens’ heel goed dienst doen als natuurlijke parasol. De bloemen zijn wit en in september-oktober volgen er mooie oranje bessen.
Dan, meestal na een eerste nachtvorst, laat de boom plotseling alle bessen vallen. Als een rode schaduw van zichzelf. Prachtig! Vooral niet vegen of wegharken, rustig op het nabijgelegen bankje gaan zitten en genieten van deze sprookjesachtige aanblik.
Tegen de afscheidingswand tussen Confectieborders en Aanwinstentuin groeit de éénmaal bloeiende roos ‘Constance Spry', met geurende gevulde roze bloemen. Rozen houden van zon wordt altijd beweerd, maar bij ons geeft deze roos er de voorkeur aan haar bloemen rijkelijk aan de achterzijde van de wand tentoon te stellen. De bloemblaadjes van uitgebloeide bloemen bedekken dan de daaronder staande banken als een teer bruidskleed. Adembenemend mooi.
Tegenover de oude proefborder staan grote groepen Matteuccia struthiopteris. In de schaduw onder struikgewas en in een goed doorlatende, humusrijke bodem gedijt deze bekervaren uitstekend. Door middel van wortelstokken kan hij zich rijkelijk vermeerderen en zelfs woekeren. In de Oude Proeftuin kunnen deze varens de concurrentie met klimop en voorjaarszonnebloem, Doronicum pardalianches, goed aan. Bekervarens bewaren hun zaaddozen in het hart van de plant tussen het tere groene loof. Als aan het eind van het seizoen het groen is afgestorven leveren de bijna zwarte restanten van de zaaddozen in de groene onderlaag van de klimop een mooi schouwspel op. Met op de achtergrond de zilverkleurige restanten van meerjarige judaspenning, Lunaria redivia, geeft dit het tuingedeelte in de late herfst en winter een wonderschone aanblik.
Terug naar jaargang 2009 overzicht