Onze Eigen Tuin - Zomer 2009

In de Aanwinstentuin willen wij de ontwikkelingen op het gebied van het sortiment vaste planten tonen. In het voorjaar van 2007 startten we hier met een nieuw experiment. Aan zeven gerenommeerde vaste planten kwekers werd gevraagd een beplanting samen te stellen voor een vak van 2,4 x 2,4 m met een eigen favoriete combinatie, geschikt voor een kleine border en gemakkelijk in onderhoud. Na twee groeiseizoenen kunnen we de eerste voorzichtige conclusies trekken.

Piet Oudolf stelde een beplanting samen waarin een groot aantal soorten verwerkt zijn. Het is een afgewogen geheel en het eerste jaar was het juist door de rijkdom aan soorten en opeenvolgende bloeitijden meteen een ‘volwassen’ beplanting die nauwelijks onderhoud vroeg. Dit wil niet zeggen dat alle soorten zich gelijk ontwikkelden. Snelle starters en langzamer ontwikkelende planten zijn bewust naast elkaar gebruikt. Oudolf stelt dat het bij een kleine border in een kleine tuin niet wenselijk is jaren te moeten wachten op resultaat. Dientengevolge stonden we na twee j aar voor de keus: of een paar soorten laten verdwijnen, of ingrijpen en de snelle groeiers terugdringen. Enkele snelle groeiers zoals Calamintha nepeta, Pycnanthemum muticum en Aruncus ‘Horatio’ zijn essentieel voor het karakter van de beplanting en moeten regelmatig teruggezet worden om o.a. de prachtige donkerrode zonnehoed Echinacea ‘Vintage Wine’ en de grijsblauwe distel Eryngium bourgatii wat meer ruimte te geven. Sommige soorten, zoals Tricyrtis formosana en Perovskia ‘Little Spire’ zullen waarschijnlijk verdwijnen.

Heilien Tonckens van wilde planten kwekerij De Heliant in Appelscha leverde een kleine plantengemeenschap die zich op haar eigen kwekerij al jaren in stand houdt. Daar werden de planten uitgestoken en direct in de Aanwinstentuin ingegraven. Het voordeel is dat de beplanting op die manier veel eigen grond meekrijgt en dus langzaam kan wennen aan de nieuwe omstandigheden.

Het tweede jaar echter begon zich waarschijnlijk al iets van de ondergrond te doen gelden. De kwekerij van Heilien ligt voornamelijk op arme zandgrond, terwijl de bodem van de Aanwinstentuin elementen van de rijke dalgrond in Dedemsvaart bevat. De planten werden hoger, weelderiger, bloeiden minder en traden enthousiast buiten het vak tot over de paden en tot in de buurvakken. Het is moeilijk vast te stellen of dit alleen komt door de invloed van de ondergrond of dat de weersomstandigheden hieraan ook hebben bijgedragen; 2008 staat bij ons te boek als zeer groeizaam. Voor dit jaar is besloten het ‘overkoken’ tegen te gaan, de beplanting terug te brengen tot de randen van het vak.

Henk Jacobs stelde een beplanting samen uit voornamelijk traag- en polvormig groeiende planten. Hier duurt het een paar jaar voor de beplanting een gesloten geheel vormt. Voordeel daarvan is dat de beplanting probleemloos lang op dezelfde plaats kan blijven staan. Toch is in het eerste jaar al ingegrepen omdat Helenium ‘Beatrice’ hier veel hoger blijkt te worden dan op de zandgrond van de kwekerij in Vriescheloo.

Als vervanger is de lagere Helenium 'Kanaria' gekozen. Deze blijkt prachtig te combineren met Carex comans 'Bronze Form'. Door de afwisseling van siergrassen en vaste planten ontstond al in het tweede jaar een boeiend en evenwichtig beeld over een lange periode. Het onderhoud beperkte zich tot het verwijderen van zaailingen in de open grond.

Coen Jansen stelde een bloemrijke beplanting samen in de tinten blauwpaars, lila en roze. De zes verschillende soorten zijn in groepen over het vak verdeeld. Hoewel de beplanting aan de voet nog niet gesloten is valt dit door de langdurige en uitbundige bloei niet erg op. De ontwikkeling van de soorten verloopt niet geheel gelijk. Het tweede jaar werd dit al evenwichtiger. Toen overheerste Agastache ‘Black Adder’, de dropplant, met prachtige dieppaarse bloemen, door de enorme groeikracht. Agastache is over het algemeen een kortlevende vaste plant, maar de steriele ‘Black Adder’ vormt hierop een uitzondering en houdt het langer vol. Samen met de meeldauwvrije Phlox ‘Utopia’, Thalictrum delavayi ‘Ankum’ en Sanguisorba ‘Pink Brushes’ lijkt deze border op een uitbundig boeket. Door de hoogte van de planten is enige steun wel nodig. Voor wie van roze houdt is Geranium sanguineum ‘Ankum’s Pride’ een echte aanwinst. Deze kleine Geranium bloeit het hele seizoen aan een stuk door met grote roze bloemen.

De schaduwminnende beplanting van Hans Kramer is minder spectaculair dan die van de zonnige borders, maar voor fijnproevers zeer delicaat. De bloeiwijze van de klimplant Codonopsis mollis en de decoratieve zaaddozen van Euonymus cornutus var. quinquecornutus zijn zeer de moeite waard. Omdat de meeste soorten enkele jaren nodig hebben zich te ontwikkelen zag het vak er het eerste seizoen nog wat kaal uit. De elegante zachtgroene naaldvaren Polystichum setiferum ’Plumosum Bevis’ die de naam heeft een trage groeier te zijn, heeft zich echter na twee jaar al flink ontwikkeld. Codonopsis mollis bleek, in verhouding tot de rest, een te woeste groeier wat we oplosten door deze om bamboestokken heen te leiden. Het vak is nog steeds in ontwikkeling.

De beplanting van Wim Willemsen is samengesteld uit een combinatie van ‘stevige’ vormen en kleuren waarbij de bladkleuren bijna net zo belangrijk zijn als de bloemkleuren. De planten ontwikkelen zich langzaam en de groei bleef ook in het tweede jaar wat achter. Wim heeft zijn border afgelopen nazomer een extra gift van een samengestelde organische meststof gegeven om de ontwikkeling te bevorderen.

Hosta ‘Harrie van Trier’ is vervangen door Heuchera ’Melting Fire’ en die is goed aangeslagen. De groenblijvende en winterbloeiende Helleborussen zijn als plant het jaar rond decoratief met heldergroen blad dat aardig wat zon verdraagt. Het rode blad van zowel Heuchera als van Sedum ‘José Aubergine’, aangevuld met de bloemenpracht van zonnehoed, dropplant en daglelie, brengen de hele zomer kleur.

Brian Kabbes verdeelde vier soorten gelijkmatig over het hele vak. Geranium phaeum ‘Sunburst’ moet de bodem van het hele vak bedekken. De groengele kleur van het blad is hier belangrijker dan de bloei. Daarboven bloeien rozerode Agastache ‘Kolibri’ en roze Salvia nemorosa ‘Pink Friesland’ na elkaar. De zeer lang bloeiende, donkerpaarse Centaurea montana ‘Nigra’ combineert mooi met de vorige twee. Deze laatste groeide het tweede jaar zo explosief dat een ongelijke ontwikkeling ten opzichte van de andere planten het gevolg was, en omdat de overige planten dreigden te verdwijnen hebben we de Centaurea afgeknipt. Op advies van Brian is de Centaurea daarom dit voorjaar vervangen door Erigeron ‘Saturnus’, een nieuwe Erigeron soort die zeer lang bloeit met dieppaarse bloemen.

Terug naar jaargang 2009 overzicht