Onze Eigen Tuin - Herfst 2008

Siergrassen vormen een goed tegenwicht tegen kleurrijke vaste planten door hun delicate groeiwijze, neutrale groene kleur en luchtige bloeiwijze. De onderlinge verscheiden­heid in karakter en structuur van deze planten maakt vele toepassingen mogelijk.

Botanisch gezien behoren siergrassen tot drie verschillende plantenfamilies. Ten eerste de echte grassen waartoe bamboe, gazongrassen, granen en siergrassen zoals Pennisetum (lampepoetsersgras) en Miscanthus (prachtriet) behoren. Kenmerkend voor deze familie is dat de stengels rond en meestal hol zijn. Ten tweede de russen­familie waarvan de in de tuin gebruik­te geslachten meestal brede bladeren hebben. Luzula behoort tot deze familie evenals Juncus, een plant voor moerasachtige plaatsen. En dan zijn er nog de cypergrassen waarvan de stengels driekantig zijn. Ze groeien voornamelijk op vochtige, schaduw­rijke plaatsen en zijn bijna altijd groenblijvend. Carex behoort tot deze familie. 

In de Tuinen langs het pad naar ‘Bank bij Waterbok staat Carex pendula. De groenblijvende pollen rijzen mooi uit boven de bodembedekkende Lamium. Hoewel de meeste siergrassen later in de zomer bloeien, wuiven de sierlijke halmen van de Carex al in mei. Luzula sylvatica is nog eerder; net als de meeste andere schaduwminnende bosplanten valt de bloeitijd in april, voordat er blad aan de bomen zit. De wat saaie groenblijvende pollen veranderen dan in ware juweeltjes. Als de zon aan het eind van de dag laag tussen de bomen doorschijnt doet dat de kleine pluimen, die in grote hoeveelheden aan de planten zitten, prachtig oplichten.

In een vasteplantenborder kunnen grassen met een stevige vorm als structuurplant of solitair gebruikt worden. Miscanthus heeft vele goed te gebruiken variëteiten in uiteenlopen­de hoogtes, blad- en bloemkleur. Bijna elke Miscanthus, met uitzondering van de heel hoge variëteiten, houdt, in de winter zijn sierwaarde. Ze blijven goed rechtop staan en verkleuren prachtig.

In een van de Confectieborders staat op de overgang van border naar gazon een pol Miscanthus sinensis ‘Kleine Silberspinne’, een stevige soort die niet gesteund hoeft te worden en zich matig snel uitbreidt. De pol wordt 1,25 meter hoog, de bloempluimen 1,60 meter. De border is 12 meter lang en 1,5 meter diep. Ook in bloei kijk je dus nog met gemak over de ‘Kleine Silberspinne’ heen. In de nazomer als de beplanting zijn maximale hoogte heeft bereikt, zorgen de opgaande pluimen voor een duidelijk accent. Miscanthus sinensis ‘Yakushima Dwarf’ vormt goede stevige pollen, wordt hooguit een meter hoog, heeft roodbruine pluimen in de herfst en bleek­groen blad, dat bovendien in de winter lang zijn groene kleur houdt. Van de kleinere grassen is deze absoluut mijn favoriet.

In de Geknipte Tuin is voor een donkere Taxushaag een lange smalle rand Miscanthus sinensis ‘Morning Light’ geplant, een variëteit die vooral om het blad wordt gebruikt. In de lengterichting van het blad loopt een smal wit streepje, waardoor het blad lichter lijkt. De losse, overhangende vorm contrasteert heel moei met de strak geknipte haag.

De meeste polvormende siergrassen moeten eens in de drie jaar opge­nomen worden om te delen. De planten groeien aan de buitenrand van de pollen en ze worden steeds breder. Het hart van de plant sterft af en de pol gaat uitzakken en omvallen. Tijd om actie te ondernemen, maar belist niet in de herfst! In het voorjaar slaan de planten meteen weer aan en vormen nog hetzelfde seizoen een mooie nieuwe pol.

Terug naar jaargang 2008 overzicht