Water - water - water - water

Zonder water geen tuinen. Het water komt hoog uit de bergen naar beneden, draagt via rivieren schepen naar hun bestemming, voert het vuil af en neemt op zijn weg door Nederland in de kortste tijd zelfs het regenwater mee naar zee.

Hier en daar borrelt het zo maar uit de grond; beekjes ontspringen en vormen plassen en vennen, waarin dat in beweging zijnde water, tenminste voor zover het niet weer in de bodem verdwijnt of naar zee stroomt, tenslotte tot stilstand komt.

Hoewel, werkelijk tot stilstand komt het nooit; als grondwater stijgt het op, voedt de planten, verdampt, keert terug als regen en zo door tot in der eeuwigheid. Jammer is het dat we zo zelden meer schoon water zien doordat we het nog steeds niet hebben opgebracht in onze welvaartstaat ook het water welvarend te laten zijn.

Het is daardoor geen wonder dat we in de tuin helder water van vlakbij willen beleven.

Er zijn vele methoden waarop water in de tuin kan worden toegepast en alvorens er één te kiezen moeten we goed weten wat we willen. Allereerst heeft de omgeving invloed op de vorm. In een landelijke streek zal een onregelmatige vorm het beste aansluiten bij dat landschap. Kunnen we een verbinding maken met een bestaand water buiten de tuin dan zal dat ruimtelijk sterk werken maar kan dat niet, dan doen we er goed aan te voorkomen dat we de vijver binnen de tuin in één oogopslag tegelijk zien met dat buitenwater. Als contrast tot die buitenruimte kunnen we dan beter vlakbij huis een meer architectonische vijver ontwerpen.

Water heeft de neiging zich te verzamelen op de laagste plek. Het ligt voor de hand daar de vijver aan te leggen. Of we die dan maken van beton, rubber, asphalt of plastic folie zal op de vorm geen invloed hoeven te hebben.

Toch kunnen er allerlei omstandigheden zijn, waardoor die lage plaats ongeschikt is: b.v. te ver van huis, er staan bomen dichtbij die het water zouden vervuilen of talloze andere oorzaken vormen een belemmering. Welnu! Dan zoeken we een andere plek, waarbij er rekening mee moet worden gehouden dat water niet óveral op zijn plaats is. Het behoort bovendien tot een van de moeilijkste opgaven water een goede vorm te geven. Laat nooit een vijver in een lege ruimte drijven maar verbindt hem met andere elementen in de tuin. Daarbij is de schaal belangrijk en die is afhankelijk van de maat van de tuin, van het karakter van het nabij zijnde huis.

Het is minder moeilijk een recht­hoek of vierkant in een aanleg onder te brengen. Kant en klare vijvers van polyester zijn ideaal maar daarbij zijn we wel gebonden aan in de handel zijnde maten. Werkt een smalle rechthoek wat klein dan kunnen we ook een tweede in het verlengde ervan leggen, verbonden door een rij tegels of brug. Merkwaardig is dat de niervorm zo geliefd schijnt te zijn, maar eigenlijk een onmogelijke vorm en nergens bij passend. In een enkele situatie is een cirkel boeiend, maar deze in zichzelf besloten vorm is niet zo gemakkelijk toepasbaar. Het werkt als een glanzend oog.

Waar het bij water vooral om gaat is het ruimtelijke effect dat het teweeg brengt. Stilstaand water weerspiegelt niet alleen de wereld om zich heen maar ook de hemel erboven. Plaatselijke schaduw van een boom of struik maakt lichte en donkere plekken. Alle seizoenen is het water anders van kleur, alle uren van de dag valt het licht op een andere manier. Uren kun je kijken naar alles wat in het water beweegt, uren van rust.

Maar ook bewegend water heeft zijn bekoring. Een dansend fonteintje vangt het licht op en de rondspattende druppels waaien soms tot ver in de tuin. Een forse spuiter kan met zijn geluid het lawaai van een dichtbij gelegen weg afzwakken. Soms is een steen waarlangs water vloeit al voldoende om de aandacht te trekken

Hoe komt het dat water in kringen weg­vloeit, steeds wijdere ringen vormend? Ook daar kun je niet genoeg naar kijken.

Water laten spuiten, water laten fonkelen in de zon, water het heelal laten weerkaatsen, water tot stilstand laten komen, schoon helder water!