Uit het familiealbum van het geslacht Ligustrum

De liguster hoort tot de olijf-familie samen met o.a. sering, jasmijn, chinees klokje. Onder de bomen is de es een familielid, de enige echt inheemse van de schare.

Het is jammer dat de liguster zo’n slechte naam heeft want het is eigenlijk een bruikbare, ja zelfs vaak onmisbare struik. Hij is sterk, verdraagt schaduw en zon, droogte en redelijk vocht en past daardoor nu eens in de duinen, dan in bos of in sommige vogelreservaten. Veelal gebruikt als vulstruik, bladverliezend of half-groenblijvend gaat het, op enkele soorten na, niet om de bloem maar eerder om het groen en de vruchten.

We kunnen de struiken onderverdelen in een paar typen al naar hun toepassing:

  • om de bloei,
  • om het blad,
  • als vulling,
  • geknipt tot hagen.

Om de bloei
Een rijkbloeiende liguster is sinense var. stauntonii breed uitgroeiend met crème bloemen in grote losse pluimen.

L. quihoui kan tot 2 meter hoog worden maar groeit vooral in de breedte met 10-20 cm lange room-witte pluimen in augustus en september, gevolgd door zwarte vruchten.

L. obtusifolium var regelianum is de sterkste en het minst vorst-gevoelig van de in de breedte groeiende soorten. De horizontale vorm is opvallend, de bloempluimen wat korter en minder spectaculair.

Om het blad
Er is verschil tussen het glanzend groene blad zoals de bekende Ligustrum ovalifoliumdat heeft en de gewone vulgare met een natuurlijker doffe tint. De laatste verliest zijn blad wat eerder en is iets beter bestand tegen strenge winters. Maar als we aan bladkleur denken gaat het toch vooral om goud of zilver en dat vinden we bij de ovalifolium ‘Aureum' en ‘Argenteum', beide dus bonte variëteiten van de ovalifolium. Krachtiger geel, later overgaand naar groen-geel is Vicaryi, een vrij winter­harde, in de breedte groeiende struik.

Met de toepassing van bontbladige variëteiten moeten we voorzichtig zijn want het is gauw onrustig, maar een goudkleurige struik kan best vrolijk staan tussen ander geel of goud. Hoed je alleen voor een combinatie met ander bont blad.

Als aanvulling
Vaak zijn er sombere schaduwhoeken of plekken onder bomen waar we geen raad mee weten. Dan kunnen we Ligustrum vulgare of ovalifolium in grote groepen dicht opeen zetten als pretentieloos "groen” dat tot diep in de winter zijn blad behoudt. In de duinen heeft het natuurlijke doffe blad van vulgare de voorkeur. De 'Viride’ krijgt een overdaad aan zwarte bessen wat hem waardevol maakt voor een vogelbosje.


Geknipt tot hagen
Waarom zijn ligusterhagen bij velen zo onbemind? Omdat ze verkeerd worden toegepast! De liguster is een gezonde krachtig groeiende struik die, als we hem zijn gang laten gaan, meters hoog kan worden en ook heel breed. En wat zien we? Duizenden kilometers haag lopen als scheiding door de woonwijken, geknot in hoogte en breedte en verworden tot kartonnerige wandjes. Wil je een smalle afscheiding met de buren, die weinig ruimte en weinig onderhoud vraagt zet dan een palissade of schutting of andere afscheiding. Wie een groene wand wil kan liguster laten uitgroeien tot een breedte van 120 cm of 2 meter. Indrukwekkende vormen kunnen we er mee maken, die een extra dimensie toevoegen aan tuin, park of woonwijk.

Het bezwaar van de mogelijkheid van invriezen in strenge winters weegt niet zo sterk omdat de planten zich meestal in de loop van de zomer herstellen en strenge winters zijn een uitzondering. De liguster heeft een zwaar wortelgestel en daarmee berooft hij de omringende beplanting van veel voedsel en vocht. Daarom worden zulke machtig uitgroeiende hagen meer gebruikt als vormgevend element in de ruimte en niet als achtergrond van een border. Dit laatste kan wel maar dan is er een afstand van plm. 50 cm nodig tussen haag en border om de wortels te kunnen afsteken en de haag gemakkelijk te kunnen knippen. Het is een feit dat dit knippen tijd kost en wie er dat niet voor over heeft moet aan ligusterhagen niet beginnen en liever Taxus kiezen.

Ligusterhagen kunnen smaller en lager worden gehouden. Dat hangt af van doel en plaats. Gelukkig is er ook nog een kleiner blijvende soort en wel ’Lodense’ met fijner blad, ongeveer een meter hoog wordend en ’s winters verkleurend naar een warm bruin, bijna loodkleur, heel mooi. In plaats van de dure, veeleisende Buxus kan deze ’Lodense’ gebruikt worden als omlijsting van vakken of rozenranden, want ook deze soort stelt weinig eisen en is goedkoop.

Op de hoek van een pad ontstaat soms de behoefte aan een vast punt. Een vierkant blok, een kubus kan rust geven temidden van kleurige bloemvakken. Het komt ook voor dat we met een strook grond zitten waar we geen raad mee weten, voor gazon te klein, voor heesters te rommelig. Dan biedt de Ligustrum ’Lodense’ een oplossing door dicht opeen - 30 cm van elkaar - het stuk vol te planten met een patroon van smalle paadjes om het knippen mogelijk te maken.

Zo zie je: de verachte liguster bevat ongedachte mogelijkheden.