OET Lente 2015

In de Tuinen Mien Ruys hebben onlangs zes proeftuinen uit de wederopbouwperiode de monumentenstatus gekregen. Een van deze tuinen is de Verdiepte tuin, een experiment van Mien Ruys met de toepassing van biels: hoe met lijnen en vlakken een boeiende compositie te maken.

Het hoogteverschil dat in de Verdiepte tuin ontstond door het terrasje iets te verlagen en de vrijgekomen grond eromheen te verwerken, werd opgevangen door gestapelde biels. Op een door de biels gevormd plateau kwam een vogeldrinkschaal als blikvanger. Vanaf de bank in de zitkuil is er uitzicht over de Zonneborders, een van de confectieborders met beplanting geschikt voor een zonnige ligging.

Op de kop van de haagbeukenhaag tussen de Zonneborders en de Stadstuin staat een Chamaecyparis obtusa 'Nana Gracilis', een conifeersoort die Mien Ruys in de jaren zestig wel vaker toepaste. De kegelvormige dwergconifeer die uiteindelijk zo'n anderhalve meter hoog en een meter breed zou worden was bedoeld als achtergrond van de vogeldrinkschaal en als wintergroene afsluiting van de haag.

Biels zijn weliswaar zeer geschikt om hoogteverschillen mee te maken, maar de levensduur van het materiaal is beperkt. Toen de biels van de Verdiepte tuin in 1995 vergaan waren zou daarmee een einde aan het experiment komen; opruimen en plaatsmaken voor een nieuwe proef. Maar dan waren er in de Tuinen nergens meer biels te zien; andere experimenten met biels waren al eerder verwijderd.

Omdat het gebruik van biels in de tuin zo verbonden is met Mien Ruys ging dat toch net iets te ver. Met de beslissing om de Verdiepte tuin niet op te ruimen maar te renoveren, was het besef van de monumentale waarde van de Tuinen geboren. Ruim 50 jaar na de aanleg is het experiment daadwerkelijk een monument geworden.

Beplanting groeit echter door en de Chamaecyparis obtusa 'Nana Gracilis' is allang geen Nana meer. Heel geleidelijk is deze conifeer uitgegroeid tot een flinke knaap van zo'n vier meter hoog en drie meter breed. Vanuit de Verdiepte tuin wordt het zicht op de Zonneborders en verder naar het middenterrein erdoor verstoord. De doorkijk vanaf de Confectieborders naar de Herfsttuin is zelfs geheel verdwenen door de groeidrift van de Chamaecyparis.

De Zonneborders, eveneens een monument, kunnen we niet meer met goed fatsoen Zonneborders noemen, de oorspronkelijk zonminnende beplanting kwakkelt in de schaduw van de boom. De vogeldrinkschaal is een overdekt bad geworden dat geen vogel meer weet te vinden en dat als blikvanger zijn functie grotendeels verloren heeft. 

Het in stand houden van een groen monument betekent dat er af en toe moet worden ingegrepen. Zo ook in de Verdiepte tuin. Na 50 jaar ongestoorde groei van de conifeer is daar ineens het besef dat de balans in de Verdiepte tuin weg is. De compositie is verstoord, de maten en verhoudingen kloppen niet meer. De zichtlijnen die zo belangrijk zijn voor de samenhang tussen de verschillende tuinen zijn dichtgegroeid. Door de Chamaecyparis te rooien en te vervangen door een kleiner exemplaar kunnen we weer enkele decennia vooruit.

Omdat ook de biels hun beste tijd hebben gehad en opnieuw aan vervanging toe zijn, is nu het moment gekomen om in te grijpen in de Verdiepte tuin.